Van 2 tot en met 18 mei 1999 hebben we een nadere studie gemaakt van het heilzame socialisme waar de heer Castro zijn landgenoten al veertig jaar op trakteert. Een korte impressie van "communisme onder de zon" willen we jullie niet onthouden. Eerst hebben we een paar dagen Havanna bekeken, daarna hebben we met een gehuurde jeep rondgereden door het Westen van Cuba (Piñar del Rio, Viñales, Playa Girón -Varkensbaai-, Trinidad en Cayo Coco), waarna we onze afgeragde auto weer hebben ingeleverd in Havanna.
Hier komen de plaatjes!
Havanna ("La Habana" volgens de Cubanen) is een indrukwekkende stad, vol architectonische (koloniale) hoogstandjes, vaak in bedroevend slechte staat. Het straatbeeld verschaft een wonderlijke combi van Amerikaanse sleeën uit de jaren '50, Lada's en fietstaxi's. Erg wennen, een Lada met een dikke negerin achter het stuur.
Het Plaza de la Catedral, een van de betere toeristenfuiken van Havanna. Hier hebben we ons ook eens laten verleiden tot de aanschaf van hele dure kaartjes voor een bijzonder belabberde dansvoorstelling (in de trant van "Cubaanse folklore voor Duitsers").
Lennard pal voor het Capitolio Nacional, in 1929 gebouwd onder dictator Machado. Het Cubaanse Congres huisde hier aanvankelijk, nu zitten de Academie van Wetenschappen en de Nationale Bibliotheek onder de kroonluchters. Heel indrukwekkend, ook van binnen. Bovendien serveerde de bar onze favoriete cocktail, de mojito (rum, limoen en een takje munt)
Miramar, de luxe wijk van Havanna. Veel ambassades, waaronder de Nederlandse.
Een pronkstukje van de Sovjet-architectuur: de Russische ambassade. Een waarlijk monsterlijke toren, die volledig uit de toon valt bij de verder idyllische omgeving.
View on Havanna vanaf het terras van ons onderkomen. Of het nu meer lijkt op Calcutta of Pompeï is moeilijk te zeggen, maar er is wel iets meer nodig dan een likje verf om Havanna wat op te fleuren.
Uitzicht vanaf ons balkon, Havanna Bay by Day and by Night. 'sAvonds zit heel Havanna op de muur langs het water, en probeert daar de toevallig passerende toerist sigaren, vrouwelijk gezelschap of Cubaanse pesos aan te smeren.
Is het geen plaatje? Onze foto met het hoogste ansichtkaart-gehalte.
Terwijl we ons op het Plaza de Armas maar weer eens tegoed deden aan de mojitos werden we vereeuwigd door een lokale sneltekenaar. Daar kwamen we pas achter toen hij ons het resultaat kwam verkopen voor het duizelingwekkende bedrag van maar liefst $1,-
In Piñar del Rio maken ze de befaamde Cubaanse sigaren. De señor op de foto heeft van zijn product blijkbaar nog geen afkeer gekregen. Voor de banken met sigarendraaiers staat een lessenaartje waarvandaan het werkende volk wordt voorgelezen, waarschijnlijk uit de adembenemende verhandelingen van het bebaarde opperhoofd.
In Viñales bevinden zich de zogenaamde 'haystack mountains', die inderdaad veel weg hebben van hooibergen. Wij slurpen onderwijl maar eens een kokosnoot leeg.
Lennard ligt nog steeds wakker van het feit dat we niet in dit hotel hebben verbleven, Hotel Los Jazmines in Viñales. Toegegeven, het ligt er verleidelijk bij.
Het fraaie strand van Girón vormde in 1961 het decor van de beroemde invasie van de Varkensbaai. 1400 Cubanen, die de visie van de Comandante en Jefe niet zo deelden, kwamen met Amerikaanse hulp eens kijken of ze het tij niet konden keren. Ze kwamen hier iets meer communistische landgenoten tegen dan ze hadden verwacht, zodat het feest 72 uur later afgelopen was. Castro heeft de 1200 overlevenden vervolgens met de Amerikanen kunnen ruilen voor $53 miljoen aan voedsel en medicijnen. Enig zakelijk instinct kon hem (toen in ieder geval) niet ontzegd worden...
Tegenwoordig is Playa Girón niet veel meer dan een mooie baai met welgeteld 1 resort. Daar verbleven wij dus.
Caleta Buena, 8 kilometer van Playa Girón. Een snorkelparadijsje waar we (in de schaduw!) lekker verbrand zijn.
Op weg naar Girón, rijdend langs de kust, vielen de rode vlekken en het weëe luchtje al op: overal platgereden krabben, die het blijkbaar nodig vinden om voor hun paringsritueel de weg over te steken. Daar zijn ze niet erg handig in. Wij zijn keurig voor iedere overstekende bronstige krab gestopt, dit exemplaar poseerde zelfs gewillig. Hopelijk heeft de volgende passant hem niet alsnog tot crabsticks verwerkt.
Krabben, overal krabben. Zelfs als je in Caleta Buena even naar de WC wil loop je kans een intiem samenzijn te verstoren.
Fidel zou Fidel niet zijn als hij in Girón geen fraai museumpje had laten verrijzen ter nagedachtenis aan de heroïsche verijdeling van de 'imperialistische invasie'. Het geheel werd natuurlijk zeer objectief benaderd, dat spreekt.
Een UNESCO World Heritage Site sinds 1980. Trinidad is een prachtig koloniaal stadje, waar ook 's avonds nog wat valt te beleven. Het is piepklein, en na een dag of twee hadden we het dan ook wel gezien.
Uitzicht over het centrale plein
Een typisch Cubaanse patio. De meeste huizen in koloniale stijl beschikken hierover, al is dit wel een uitzonderlijk mooi exemplaar.
Mocht je nog warme gevoelens koesteren voor de revolutie van de harige Vader des Vaderlands, dan brengt Cayo Coco die wel aan het wankelen. Dit mooie eiland aan de Cubaanse noordkust is toegankelijk via een soort van Afsluitdijk, dat wil zeggen, toegankelijk voor niet-Cubanen (er wordt voorafgaand aan het binnenrijden op paspoorten gecontroleerd). Afgezien van natuurschoon vind je er louter decadente resorts, met overdadige buffetten (een zeldzaamheid in Cuba). Vanzelfsprekend is het personeel wel Cubaans. Het regime heeft van het toerisme een goede melkkoe gemaakt, en Cayo Coco spant in deze wel de kroon.
Het ontbreekt de verwende toerist hier werkelijk aan niets.
Geen land te ver of je komt er wel Nederlandse bussen tegen. Toch een apart gezicht, zo tussen de palmbomen.
Vlak voor het grote duikavontuur. Eerst een rondje proefdraaien in het zwembad, en dan met de speedboot de zee in en plons, 20 meter naar beneden, Jean-Jacques-Cousteautje spelen.
Het mag een wonder heten dat de jeep het de hele rit heeft volgehouden. Radio en zo waren er sowieso al uitgesloopt, en ook de scheur in de knalpijp werd allengs groter. Men hoorde ons van kilometers afstand aankomen. Tussen Playa Girón en Trinidad kwamen we uit op een weg, waarover de Lonely Planet ons al verteld had dat slechts tractoren eroverheen konden komen. Dat was bijna ongelogen: Hieronder hadden we net met vereende krachten onze paarse vriend weer vlot weten te trekken nadat we in de modder vast hadden gezeten
Overal wijze woorden van de onvolprezen partij.
Een ontmoeting in Nergenshuizen tussen jeep, tractor en paard (en de respectievelijke bestuurders).
Vooral die 'muchas experiencias positivas' spraken erg tot onze verbeelding. We zijn er helaas nooit achter gekomen welke dat nou waren.